Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Samenvoeging of voeging

betekenis & definitie

Samenvoeging of voeging - Ingeval in een burgerlijke procedure voor denzelfden rechter tusschen dezelfde personen en over hetzelfde onderwerp tegelijk zaken aanhangig zijn of voor denzelfden rechter verknochte zaken aanhangig zijn, kan daarvan voeging worden gevraagd (art. 159 Rv.). In strafzaken zal de rechter, indien de hem gelijktijdig overgelegde stukken betrekkelijk zijn tot samenhangende feiten of tot feiten, door denzelfden persoon begaan, en het belang van het onderzoek zich niet tegen de voeging verzet, over deze alle bij een en dezelfde beschikking uitspraak doen (art. 87 Sv.). Strafbare feiten worden geacht samenhangend te zijn, wanneer zij begaan zijn: 1. door verscheidene vereenigde personen gelijktijdig; 2. door verschillende personen op onderscheidene tijden of plaatsen, doch ten gevolge van een door hen vooraf gemaakte afspraak; 3. met het oogmerk om zich de middelen te verschaffen tot het begaan van een ander strafbaar feit of de uitvoering daarvan te bevorderen of tot stand te brengen of wel om zich tegen de straf voor een ander strafb. feit te beveiligen (art. 88 Sv.). De rechter doet eveneens bij een en dezelfde beschikking uitspraak, wanneer buiten de gevallen bij art. 87 bedoeld de gelijktijdig aan hem overgelegde stukken betrekkelijk zijn tot meerdere strafb. feiten, tusschen welke verband bestaat en de voeging in het belang van het onderzoek is (art. 89 Sv.). Indien in de gevallen van de artt. 87 en 89 de strafb. feiten ieder afzonderlijk aan de kennisneming van denzelfden rechter zijn onderworpen, kan deze in elken stand der zaak de voeging bevelen (art. 90 Sv.). Zie ook artt. 127 en 141 Sv. Vergel. ook VOEGING en VERWIJZING NAAR ANDEREN RECHTER.

< >