Rostand - (Edmond), Fransch tooneeldichter, werd 1868 te Marseille geboren uit een rijke familie en overleed den 2den December 1918 te Parijs, nadat hij, in 25 jaar productie, naast een bundel gedichten, Les Musardises (1890), zes tooneelstukken had gegeven: Les Romanesques (1894); la Princesse lointaine (1895); la Samaritaine (1897); Cyrano de Bergerac (28 Dec. 1897); l’ Aiglon (1900) en Chantecler (1910), waarbij nog komt La dernière nuit de Don Juan (1922) , wel een bewijs, dat hij een voorzichtig werker, een angstig zoeker was, ondanks de uiterlijke schittering van zijn kunst. Hij was een eenvoudig, oprecht mensch met warme gevoelens voor anderen, ondanks de legende, die over hem bestaat; hij was b.v. de vriend van Gaston Paris ; maar hij was ook een verfijnde achttiende-eeuwer en een echt romanticus. -Uiterlijk is hij dus zeer gecompliceerd, maar de eenheid zit bij hem in zijn hooge opvatting van de rol van den Franschen dichter en in zijn edelmoedigheid van 17de-eeuwschen „honnête homme”. Zijn Musardises zijn fijne gedichten vol geest en gratie, evenals zijn Romanesques. La Princesse lointaine, door Sarah Bernhardt gecreëerd, had meer succes dan la Samaritaine.
Cyrano bracht in den zwarten tijd van het pessimisme aan ’t naturalisme een geweldigen opbloei van idealisme ; l’ Aiglon, ondanks zekere schoonheden, bleek geen speelstuk, evenmin als Chantecler, waarbij de lyriek veel te sterk op den voorgrond trad. In al zijn stukken is één centrale figuur, die van een held, welke naar het ideaal jaagt en het niet verwezenlijkt, verpersoonlijking van R. zelf, een spiritualistisch principe, dat zoo sterk contrasteert met het naturalisme van zijn tijd. Zijn Cyrano zet men, in de geschiedenis van het theater, naast le Cid of Hemani als een begin van een nieuw tijdstip ; misschien is het beter er de laatste afstraling van het romantisme in te zien. Over hem : Joseph Bédier, Discours de réceptive a l’Acad. franç. (Champion, Parijs, 1921) en Jean Luberville, Edmond Rostand (Chirou, 1921). Na zijn dood verscheen nog een bundel oorlogsgedichten Le Voldela Marseillaise (1921).
