Rondbekken - Cyclostomi, een orde der Visschen, met weinig ontwikkeld, kraakbeenig geraamte en zonder ledematen. Wervels ontbreken. Lichaam aalvormig, alleen voorzien van staart- en rugvin. De mond is rond, vandaar de naam; voert in een trechtervormige holte; op den bodem van deze ligt de z.g.n. tong.
De dieren leven van levende visschen of van aas. De mondrand wordt tegen de prooi gedrukt en daarna de tong naar binnen getrokken, waardoor in de mondholte een drukverlaging optreedt; op deze wijze zuigen de dieren zich vast. Aan de binnenzijde van den mond bevinden zich een groot aantal hoorntanden, waarmede de prooi wordt geraspt. Achter den mond aan beide zijden een aantal kieuwspleten. Hiertoe behooren hier te lande de prik of negenoog, de zeeprik of lamprei en de beekprik.
