Ridderorden - 1) zie ORDEN.
2) (Wettel. bep.) Vreemde orden, waaraan geen verplichtingen verbonden zijn, mogen door den Koning en, met zijn toestemming, door de Prinsen van zijn Huis, worden aangenomen. In geen geval mogen andere Nederl. of de vreemdelingen, die in Nederl. staatsdienst zijn, vreemde ordeteekenen, titels, rang of waardigheid aannemen, zonder bijzonder verlof van den Koning (art. 67 Grw.).— Wie zonder daartoe gerechtigd te zijn een Nederl. ordeteeken draagt of zonder ’s Konings verlof, waar dit vereischt wordt, een vreemd ordeteeken, titel, rang of waardigheid aanneemt, wordt gestraft met geldboete van ten hoogste f 150.— (art. 435 Sr.).