Reuzengebergte - Gebergte in ’t O. van Duitschland, tusschen Bohemen en Silezië, het hoogste gedeelte van het Sudetenstelsel, met twee hoofdkammen, die zich aan ’t uiteinde vereenigen. De N. of Silezische kam, draagt den hoogsten top, de Schneekoppe, 1605 M., waarover de grens tusschen Bohemen en Silezië loopt. De vlakten tusschen de bergen zijn moerassig en vol poelen en waterbekkens, waaruit verscheidene rivieren haar oorsprong nemen, als de Elbe, Iser, Aupe, Zacken, Queis en Bober. Het gebergte zelf bestaat uit graniet.
Aan den voet ervan vindt men verschillende soorten van loofboomen, in hoogere streken slechts dennenboomen. Haver en rogge worden tot een hoogte van ruim 1000 M. verbouwd. De hooge boschstreken worden afgewisseld door uitgestrekte weiden, die de in het gebergte verstrooid wonende herders tot voedering van het vee gebruiken. Op de hellingen tot 1300 M. staan de Bauden, de herdershutten, waarin ’s winters menschen en vee nauw opeen wonen. Tegenwoordig zijn er ook groote hôtels.
