Residugas - Een gassoort verkregen door gasolie-afval of andere minderwaardige oliesoorten of teer op gloeiende cokes te spuiten. De naam wordt in Holland in het bijzonder gebezigd voor het gas, verkregen volgens het procédé Rincker-Wolter. Dit is gekenmerkt door een zoodanige uitvoering, dat eenerzijds veel slechter kwaliteiten olie (tot s.g. 1,00) kunnen worden gebruikt voor de vergassing, dan bij de meeste oliegas-installaties toelaatbaar is, en anderzijds daaruit een groote gasopbrengst (tot 2,0 M.3 per K.G. olie) wordt verkregen. De installatie bestaat uit twee generatoren I en II, gevuld met cokes, welke steeds in serie werken.
De generator I wordt eerst heet geblazen met lucht, het daarbij gevormde luchtgas verbrandt in de tweede en stookt dus ook deze warm. Na korten tijd wordt de windrichting omgedraaid, werkt dus II als generator en verbrandt het gas in I. Hierdoor wordt bereikt, dat beide generatoren steeds ongeveer even warm blijven. Daarna begint de gasgang, d. w. z. men spuit in II olie in, welke vergast op de gloeiende cokes en door I naar de reservoirs ontwijkt. Na 2—3 min. wordt gedurende £ minuut stoom door den sproeier nageblazen om de laatste olieresten te verdrijven en ten slotte i minuut stoom onder in II door beide generatoren geblazen, waardoor watergas ontstaat, waarna de blaasgang weer begint. Als voorbeeld van de samenstelling van het r. diene :
Koolzuur 3,7 vol. %.
Zware koolwat 7,7 „ „ Zuurstof 0,7 „ „ Kooloxyde 19,6 „ „ Methaan 16,6 „ „ Waterstof 44,6 „ „ Stikstof 8,2 „ „ Calorische waarde bij 16° C. . . 4970 cal.
Soortelijk gewicht 0,613 R. is als bijmengsel van gewoon lichtgas te gebruiken, en als zoodanig o. a. in gebruik in Utrecht. Ongemengd wordt het toegepast in Koog a/d Zaan. Het schijnt betrekkelijk goedkoop te zijn, en een grootere onafhankelijkheid van de kwaliteit der grondstoffen te waarborgen dan watergas, daarentegen is een zekere teergevoeligheid en daardoor vereischte groote zorg en nauwkeurigheid niet te miskennen. Door geschikte constructie der apparaten is het mogelijk het waterstofgehalte van het r. tot boven 90 % op te voeren, waardoor een gas van zoodanig laag s.g. wordt verkregen, dat dit voor ballonvulling bruikbaar wordt. Apparaten voor de bereiding en zuivering van zulk gas kunnen op twee spoorwagens compleet worden gemonteerd.