Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 17-01-2019

Renard (jules)

betekenis & definitie

Renard (Jules), Fransch naturalistisch romanschrijver. Hij werd in 1864 te Châlon-sur-Moyenne, als zoon van een aannemer, geboren, doorleefde een harde jeugd (zie „Poil de Carotte”), deed eindexamen van het gymnasium, wilde leeraar worden, maar, om zijn brood te verdienen, werd hij boekhouder ; hij schrijft eenige teedere verzen : Les Roses. Een goed huwelijk (1888) bevrijdt hem van materieele zorgen ; hij wil voortaan alleen letterkundige zijn. Acht novellen Crime de Village (1888) openen de reeks zijner schetsen : Sourires pincés, les Coguecigrues, la Lanterne sourde, le Vigneron dans sa Vigne, Ragotte ; daarnaast komen zijn romans, steeds in korte hoofdstukken en in dialoogvorm : L’ Ecornifleur (1892) ; Poil de Carotte (1894) ; Les Cloportes (1919).

Al zijn werken zijn zoo zuiver mogelijk een weergave der werkelijkheid, van een groote soberheid in de teekening van het dagelijksche leven, uiterlijk onbewogen, innerlijk trillend van medelijden, zonder romantische intrigue, van een helderen, scherpen stijl. Hij schreef ook enkele fijne, rake blijspelen: Pain de Ménage (1898); le Plaisir de rompre, la Bigote, M. Vernet (getrokken uit V Ecomifleur). Een reeks scherpe observaties vol geest en fantaisie, Histoires Naturelles, is in de Wereldbibliotheek vertaald door C. en M. Scharten-Antink. Voorstander van Dreyfus, socialist, anti-kerkelijk is hij maîre van zijn geboortedorp en schrijft zijn Mots d'écrit in de Echo de Clomecy, een lokaal blaadje. Hij stierf in 1910 te Parijs. Zijn zuiver naturalistisch werk is niet op documentatie, maar op directe visie gegrond.

Over hem: H. Bachelin, Jules Renard et son oeuvre (1919).

< >