Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Boekhouder

betekenis & definitie

Boekhouder - 1) iemand, die met de boekhouding eener onderneming is belast of aan wien de leiding daarvan is opgedragen; in het laatste geval veelal de eerste bediende op het kantoor; —2) de beheerder eener reederij (artt. 326—340, 751 K.). Hij vertegenwoordigt in den regel de reederij zoo in als buiten rechte (327 K.), benoemt en ontslaat den schipper (328 K.) en heeft het volkomen bestuur over alles wat tot onderhoud van het schip, de uitrusting en het victualieeren of bevrachten daarvan vereischt wordt (330 K.). Hij verbindt door zijne handelingen en verbintenissen alle medereeders naar evenredigheid hunner aandeelen, behoudens hun bevoegdheid hun aandeel in het schip en in de vracht af te staan. (335 K). Slechts met toestemming van alle reeders kan een niet-medereeder tot b. worden benoemd. De b. kan naar welgevallen ontslagen worden (326 K).

< >