Reimarus (Hermann Samuel), Duitsch wijsgeer, 1694—1768, leeraar aan een gymnasium te Hamburg, een eerlijk en consequent denker, deïst en „Aufklärer”, verdedigt tegen La Mettries’ materialisme en Spinoza’s pantheïsme de grondstellingen der „natuurlijke” religie (God en onsterfelijkheid), maar bestrijdt zeer beslist het geloof aan bovennatuurlijke openbaringen en dus ook de leer van den Bijbel, die hij als een mengsel van dwaling en bedrog beschouwt. Zijn werk Schutzbrief für die vernünftigen Verehrer Gottes waagde hij niet te laten drukken. Eerst na zijn dood publiceerde Lessing daaruit de zooveel opzien barende Wolffenbüttler Fragmente eines Ungenannten.
Verder schreef hij o. a. Vemunftlehre (5e dr. 1790) ; Betrachtungen über die Kunsttriebe der Thiere (4e dr. 1798) (van beteekenis als begin eener dieren-psychologie). Bekend is het boek over Reimarus van F. Strausz, 2e dr. 1877.