Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Ravaisson-Mollien (felix)

betekenis & definitie

Ravaisson-Mollien (felix) - Fr. wijsgeer, 1813-1900, eerst prof. te Rennes, daarna vele jaren Inspecteur-Generaal van ’t H. Onderwijs. Te München hoorde hij Schelling, die (met Aristoteles, Leibniz, Maine de Biran) sterk op hem influenceerde. Op zijn beurt was hij van groote beteekenis voor Bergson’s denken. Hij bestrijdt het sensualisme en positivisme en verkondigt zelf een spiritualistische leer. Door directe intuïtie vinden wij in ons een vrijen wil, het oerbeeld van alle oorzakelijkheid en van alles wat wij van andere wezens weten.

Alle feiten berusten op denken en denken is willen. God is persoonlijk. Zijn persoonlijkheid spiegelt zich af in de onze, en de onze in de natuur. — Later wijdde R. zich meer aan kunsthistorische en archaeol. studies. Kunst is hoogere openbaring der werkelijkheid dan de wetenschap, daar zij zelf leven en scheppen is en de w. slechts de voorwaarden van het leven onderzoekt. Hoofdwerken: Essai sur la Métaph. d'Aristote, 2 dln. (1837-46); Rapport sur le stoicisme (1851); La Ph. en France (3e dr. 1889); La Venus de Milo (1862).

< >