Ranunculaceae, - plantenfamilie der Ranales of Polycarpicae, met ongeveer 1200 soorten, bijna uitsluitend in de gematigde en koude streken der aarde. Het zijn éénjarige of overblijvende kruiden, meest met verspreide, gedeelde bladeren. De planten zijn vaak vergiftig, doordat ze alkaloiden bevatten. De bloemen hebben een kelk en bloemkroon of slechts een bloemdek, vele meeldraden, die in een spiraal op den bloembodem staan en vele tot weinige vruchtbeginsels, die met elkaar zijn vergroeid, en eveneens in een spiraal den bloembodem bedekken.
De bloembladeren dragen meestal honingklieren (nectariën). De bloemen zijn meestal actinomorf, een enkele maal ook wel zygomorf (Delphinium). Vele geslachten hebben soorten, welke bekende planten uit onze flora zijn of sierplanten of om andere redenen worden gekweekt, b.v.: Paeonia (Pioen), Caltha (Dotterbloem), Helleborus (Kerstroos), Eranthis (Winterakoniet), Nigella (Juffertje in ’t Groen), Actaea, Aquilegia (Akelei), Delphinium (Ridderspoor), Aconitum (Monnikskap), Anemone, Clematis, Ranunculus (Boterbloem).