Ponorogo - (Pànárágá), 1) afd. en contrôleafd. der res. Madioen, bestaat uit het, door bergen ingesloten, Z.-lijk deel der Sĕlahoeng-Madioenvlakte, en bevat bijna het geheele bovenstroomgebied der riv. van Madioen (kali Gandoeng). De grond is vruchtbaar.
2) hoofdpl. van 1), 100 M. boven zee in vruchtbare streek ; aantal inw. uit. 1905 : ruim 16.000, w.o. ± 60 Europ. en ± 630 Chin. Bekend om de Inl. papiermakerijen (zie DELOEWANG), en de begraafplaats van een prins van Mádjápahit, stamvader van den z.g.n. P.’schen adel, die akkerbouw uitoefent, maar toch door den gewonen Inl. met onderscheiding bejegend wordt.