Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Poe

betekenis & definitie

Poe - (Edgar Allan), Amerik. dichter en criticus, 1809—1849, geb. te Boston, verloor zijn ouders vroeg en ontving een uitstekende opvoeding van een zekeren Mr. Allan. In 1826 bezocht hij de universiteit van Virginia en keerde na korten tijd met groote speelschulden naar het huis van zijn pleegvader terug. Deze weigerde het geld te betalen en gaf P. een betrekking aan zijn kantoor.

Dit hield P. niet uit; hij vluchtte naar Boston, was daarna eenigen tijd soldaat, werd kadet aan de militaire school te Westpoint, werd hiervan weggestuurd, wat tot een volledige breuk met zijn pleegvader leidde. Daarna begon voor P. het leven van armoede en ellende, dat tot zijn dood duurde. Hij voorzag in zijn onderhoud door het schrijven van verhalen, die dadelijk de aandacht trokken, o. a. zijn Manuscript found in a Bottle. P. leefde inmiddels te Baltimore en na zijn huwelijk met zijn nicht Virginia Clemm, in 1836, te Richmond. Hier was hij redacteur van een tijdschrift, „The Southern Literary Messenger”, waarin de reeds vroeger geschreven verhalen Morella, Hans Pfaal, Bonbon, Shadow verschenen. Hij verloor zijn betrekking in 1837 wegens drankzucht. — Vervolgens vestigde hij zich te Philadelphia en trachtte met allerlei letterkundig werk geld te verdienen. Hij had een uiterst zwakken wil: zijn neiging tot sterken drank kon hij niet overwinnen. Later raakte hij ook aan opium verslaafd.

Intusschen onderscheidde hij zich meer en meer als criticus. Zijn eerste gedichten vormden tevens uitgangspunten voor zijn korte verhalen ; zoo gebruikte hij het gedicht The Haunted Palace voor The Fall of the House of Usher. In 1840 verschenen de Tales of the Grotesque and Arabesque, waaronder de beste verhalen, die hij schreef. In 1844 verhuisde hij naar New-York, waar hij gedurende korten tijd eigenaar was van „The Broadway Journal”. In 1845 maakte hij zich grooten naam met zijn gedicht The Raven, gevolgd door The Bells (1847) en andere gedichten. Vanaf 1846 was zijn gezondheid geheel geschokt; in 1847 verloor hij zijn vrouw, een slag, dien hij niet te boven kwam. Zijn gestel was ondermijnd, zijn geest beneveld, eenigen tijd was hij den waanzin nabij. In 1849 viel hij in handen van een aantal personen, die hem gebruiken wilden voor minderwaardige, politieke doeleinden.

Vermoedelijk werd hem een slaapdrank gegeven, die een ernstige ziekte veroorzaakte, waaraan hij overleed.— Gedurende zijn leven schatte men P. het hoogst als criticus. Zijn critieken zijn geestig, maar scherp, bijtend en overdreven in lof en afkeuring. Zij zijn later van weinig waarde gebleken. Grooter is P. in zijn korte verhalen, vooral in die, waarin hij iets ontzettends of verschrikkelijks schildert, zooals in Berenice, Ligeia, The House of Usher, The Pit and the Pendulum. The Murders in the Rue Morgue en The Mystery of Marie Rôget, The Gold Bug en The Purloined Letter behandelen crimineele problemen.

Als dichter geniet P. echter de meeste bekendheid. Zijn onderwerpen zijn beperkt, de meeste zijner gedichten, o. a. The Raven, Ulalume, Annabel Lee, zijn variaties op hetzelfde thema, n.l. de dood van een schoone vrouw, die een groote plaats in het leven van den dichter innam. P. offerde den inhoud veelal aan den klank op. Er zijn niet veel diepe of oorspronkelijke gedachten in zijn verzen, maar zij geven den lezer een gevoel van iets geheimzinnigs, iets ontzettends.

< >