Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Phonograaf

betekenis & definitie

Phonograaf - in 1878 door Edison uitgevonden en ontstaan uit de phonautograaf. Zij verschilt hiervan daardoor, dat zij niet geluidsgolven in een zichtbaar schrift opteekent, doch deze mechanisch vastlegt, waardoor het weder te voorschijn brengen dezer golven, d. i. het geluid geven, mogelijk wordt gemaakt. Het membraan van den geluidshoorn drukt door middel van tusschengevoegde gummidempers tegen een veerenden hefboom, met een korte stompe schrijfstift. De trommel is voorzien van een schroefvormig omloopende groef voor de stift en draait om een as, die eveneens van een omloopende schroefgang is voorzien, zoodat bij het draaien van de trommel, deze tevens volgens de langsas verschuift.

Een over de trommel gespannen stanniolblad wordt door de schrijfstift bij het draaien van de trommel in de groef gedrukt zoodanig, dat de diepte van indrukking met de trillingen van het membraan verandert. Zoodoende ontstaat het z.g.n. phonogram. Bij het wedergeven van het phonogram wordt de stift weder door draaien van de trommel over de indrukkingen van het stanniolblad geleid, waardoor het membraan van den hoorn in trilling wordt gebracht, welke trillingen aan de lucht worden overgedragen en de eerst aan het toestel toegevoerde tonen weder te voorschijn komen. In plaats van stanniol wordt tegenwoordig een uit was en hars bestaande trommel gebruikt. Bij de grammophoon van Berliner (Grammophoonfabriek van Kämmer, Reinhardt & Co. te Waltershausen) wordt het phonogram op een overtrokken zinkplaat gemaakt, waardoor dit zeer duurzaam wordt. Alleen geluid voortbrengende, niet geluid opnemende toestellen zijn in den handel verkrijgbaar.

< >