Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Philips (koningen frankrijk)

betekenis & definitie

Philips (koningen frankrijk) - Naam van koningen van Frankrijk. Genoemd moeten worden:

Ph. I, die in 1060 zijn vader Hendrik I opvolgde. Hij was tegen zijn leenmannen niet opgewassen, die tijdens zijn regeering een groote macht begonnen uit te oefenen. Ten einde den voornaamste, Willem van Normandië, die in 1066 ook Anglia veroverd had, te verzwakken, steunde hij tegen dezen de opgestane Britten, hetgeen hem in oorlog bracht met Normandië, waarin de koning bleek niet opgewassen te zijn tegen de Anglo-Normandische macht. Wanneer hij zijn vrouw Bertha van Holland verstoot, wordt hij gedwongen door den paus zijn vrouw weer tot zich te nemen. Onder zijn bestuur kwamen Vexin, Bourges en Gatinais aan de kroon. Hij stier! in 1108.

Ph. II Augustus volgde in 1180 zijn vader Lodewijk VII op. Bij zijn troonsbestijging in ’t bezit van Isle de France, Picardië en Orleanais, slaagde hij er in geleidelijk zijn gebied uit te breiden door gebruik te maken van de verzwakking zijner leenmannen. Zoo wist hij in de jaren 1181—1185 Vermandois, Valois en Amienois te veroveren, terwijl hij door huwelijk in 't bezit kwam van Artois (1191). Belangrijk was zijn strijd tegen den Anglo-Angevinischen staat, die toen in Frankrijk nog een voor de Fransche kroon gevaarlijke machtspositie bezat. In den oorlog met Richard Leeuwenhart zich met moeite handhavend, gelukte het hem op Jan zonder Land te veroveren Evreux, Graçai, Issondin, Normandië, Maine, Touraine en Anjou (1207), waardoor de Anglo-Ang. staat zijn macht in Frankrijk verloren had.

Nadat de strijd tusschen Engeland en Frankrijk in verband was gekomen met den strijd tusschen Welfen en Staufen in Duitschland, gelukte het Ph. en zijn bondgenoot Frederik II van Duitschland, Jan zonder Land van Eng. en zijn bondgenooten te verslaan bij Bouvines (1214), waarvan ’t gevolg was, dat de Eng. koning er van af moest zien zijn land in Frankr. te heroveren en dat Ph. zijn invloed in Vlaanderen kon laten gelden. De rechtspr. werd door hem verbeterd. In den strijd tegen de Albigenzen hield hij zich vrijwel neutraal. Hij stierf in 1223.

Litt.: (zie Monod, Bibl. de 1’hist. de France en Vidier in Moyen Age VIII; voorts nog Langlois Man. de la bibl. hist.). Bronnen: Delisle, Cat.desactesdePh.il Auguste (1856); voorts nog Molinier, Actes inédits de Ph. A.; Gesta Phil. Aug. a mag. Rigordo (S. S. rer. Fr. V). Schrijvers: Castellieri, Ph. II Aug. v. Frankr. (1900); HoletenHutten, Philipp Augustus (1896).

Ph. III, de Stoute, kwam in 1270 aan de regeering als opvolger van zijn vader Lodewijk IX. Van de verzwakking van ’t centraal gezag in Duitschl. maakte hij gebruik om ’t Rhônedal met Lyon onder de machtssfeer van den Franschen koning te brengen. Tijdens zijn regeering komen Poitou, Saintonges, Toulouse en Auvergne aan de kroon. Tegen Aragon voerde hij een nadeeligen oorlog, waarin hij aan een ziekte in 1285 overleden is.

Litt.: Langlois, Le règne de Ph. III (1887).

Ph. IV, de Schoone, volgde zijn vader in 1286 op. Met Aragon sloot hij vrede, waarop hij in strijd geraakt met Engeland, dat hij Bordeaux en Guyenne ontrukt (1297) en met Vlaanderen, dat door hem bezet wordt (1300). In de Ned. gew. weet hij door middel van de met hem verbonden Avesnes zijn invloed te vestigen. In strijd geraakt met den paus over de heffing van de kruistochtsgelden en de bestraffing van den bisschop, laat hij paus Bonifacius VIII te Anagni gevangen nemen (1303); wel moet hij dezen vrijlaten, maar ’t gezag van den Paus was daardoor vernietigd. In dezen strijd had Ph. zich den steun der 3 standen (États Généraux) weten te verzekeren.

In 1304 wist hij de verkiezing van een Franschman tot paus door te drijven, die onder den naam Klemens V zich te Avignon vestigde, waardoor de curie onder Fr. invloed kwam. In Vlaanderen was ondertusschen een opstand uitgebroken, waar de Franschen een zware nederlaag hadden geleden (Gouden Sporenslag 1302) en bij den vrede in 1307 moet Ph. dit graafsch. ontruimen. Ten einde aan ’t geld te komen om de uitgaven ten gevolge van den oorlog met Vlaanderen te dekken, besluit hij de bezittingen der Orde van Tempelieren aan zich te trekken. Om dit te kunnen bereiken wikkelt hij met toestemming van den paus de orde in een proces wegens ketterij (1309—1314) en weet hij de veroordeeling der orde door te drijven. Kort daarna, in 1314, is Ph. overleden.

Litt.: Bronnen: Boutarie, Notices et extraits de documents rel. à l’histoire de France sous Philippe le Bel (1862); geschiedschrijvers in Bouquet XX—XXIII. Schrijvers: Boutarie, La France sous Philippe le Bel (1861); Jolly, Philippe le Bel, ses dessins, ses actes et ses influences (1889).

Ph. V, jongere zoon van Ph. IV, volgde zijn broer Lodewijk X in 1316 op. Door hem werd de troonopvolging zoodanig geregeld, dat vrouwen uitgesloten waren (1317). Zijn reg. is van beteekenis door verbetering van de rechtspraak, ’t muntwezen en reorganisatie van ’t financiewezen. Hij stierf in 1322.

Litt.: Lehuguer, Hist. de Ph. le long (1897).

Ph. VI, graaf van Valois, Anjou en Maine, neef van Karel IV, volgde dezen krachtens de pragmatieke sanctie van 1317 op; aan de dochter van Lodewijk X stond hij Navarre af en inplaats van Champagne, dat hij haar ontnomen had, gaf hij Angoulème en Mortaine. In zijn binn. pol. steunde Ph. niet gelijk zijn voorgangers op de steden, maar op den adel. Zoo steunde hij den graaf van Vlaanderen tegen zijn opgestane steden. Met Engeland, waarmede hij eerst in goede verstandhouding had geleefd, geraakte hij in strijd, doordat hij de Schotten tegen Eduard III steunde en deze den graaf van Artois tegen Ph. hielp. Eduard III liet nu krachtens zijn verwantschap met de Fransche koningen zijn aanspraken gelden. De eerste veldtocht, waarin de Eng. het beleg sloegen voor Cambray (1339) en waarmede feitelijk de Honderdj. oorlog begon, had geen resultaat. In 1340 behaalde de Eng. vloot een schitterende overwinning bij Sluis, maar geldgebrek noopte de Eng. een wapenstilstand te sluiten, die telkens verlengd werd.

Opnieuw brak de oorlog uit, toen Eduard de opvolging van Jean de Montfort in Bretagne verdedigde tegen de aanspraken van Jeanne de Penthièvre, die den steun had van Ph. VI. Met ’t oog op de financiën kon de strijd eerst in 1345 begonnen worden. In Juli 1346 landde Eduard III met een groot leger in La Hogue en versloeg hij kort daarop de Fransehen bij Crécy, waarop hij zich van Calais meester maakte. Onder bemiddeling van den paus werd er een wapenstilstand gesloten (1347) voor een half jaar, waarna een pestziekte (1348) ’t uitbreken van een nieuwen strijd verhinderde. In 1350 stierf Ph. VI.

Litt.: zie HONDERDJ. OORLOG.

< >