Passade (rijkunst) - 1) Het in de rijbaan van hand veranderen in travers, door na van de lange op de korte zijde te zijn overgegaan, 6 passen voorbij den hoek af te wenden en in travers naar het midden der lange zijde terug te rijden.
2) Een draf, waarbij, door zeer sterke verzameling van het paard, onder verkorting van tempo, het diagonaal beenenpaar, dat opgelicht wordt, onder sterke buiging hoog wordt opgetrokken en langer van den grond blijft dan bij den gewonen draf. De p. is langzaam, verheven en veerkrachtig, de passen zijn kort, hoogstens 30 c.M.; ze behoort tot de z.g. schoolgangen en munt uit door veerkracht en sierlijkheid.