Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Parthië

betekenis & definitie

Parthië - Het land der Parthen, ten O. van Media, woest en onvruchtbaar, bewoond door een nomadenvolk van Iranischen stam, in ’t Oud-Perz. Parthava, d. i. lieden van den rand, beroemd als ruiters en boogschutters, achtereenvolgens onderworpen aan het Perzische, Macedonische en Syrische rijk. In 248 v. C. stonden zij op en stichtten een eigen rijk, dat zich allengs van den Indus tot den Euphraat (150 v. C.) uitbreidde. (Zie over hun 31 koningen ARSACIDEN).

In plaats van het oude Hecatompylus werd Ctesiphon tot hoofdstad verheven. Zij waren verbitterde vijanden van de Romeinen. In 227 n. C. maakte een Pers, Artaxerxes, zoon van Sassan, zich van het bewind meester en stichtte zoo het Nieuw-Perzische rijk onder de dynastie der Sassaniden.

< >