Paramagnetische lichamen - zijn lichamen, die in een magnetisch veld in de richting van dit veld worden gemagnetiseerd. De magnetisatie, die evenredig is met de veldsterkte, is zeer veel kleiner dan die van ferromagnetische lichamen in hetzelfde veld. Bij sommige kristallen is de susceptibiliteit in verschillende richtingen verschillend, tengevolge waarvan de richting van de magnetisatie niet geheel samenvalt met die der magnetische kracht, tenzij deze in een hoofdrichting voor de magnetisatie valt. Met name is zulks het geval bij pyrrhotin, dat in één richting zelfs ferromagnetische eigenschappen heeft.
Door Langevin is een theorie opgesteld van de p. l., volgens welke deze lichamen uit permanent gemagnetiseerde deeltjes zouden bestaan van moleculaire afmetingen, welke deeltjes door een uitwendig veld worden gericht. Aangezien het richten der deeltjes wordt tegengewerkt door de warmtebeweging en deze toeneemt bij stijgende temperatuur, zal de susceptibiliteit der p. lich. afnemen met de temperatuur. Het resultaat is, dat deze omgekeerd evenredig is met de absolute temperatuur, welke betrekking door Curie bij hoogere temperaturen experimenteel was gevonden (wet van Curie). Bij een aantal lichamen en vooral bij lagere temperaturen gaat deze wet echter slechts zeer benaderd op. — Een groot aantal stoffen zijn in geringe mate paramagnetisch; het sterkst paramagnetisch zijn sommige verbindingen (zouten) van ijzer en mangaan.