Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Panbabylonisme

betekenis & definitie

Panbabylonisme. - Toen de vergelijkende godsdienstwetenschap de verschillende mythologieën over de geheele aarde begon te verzamelen, van primitieven af tot kultuurvolken toe, bleek een merkwaardige overeenkomst in vorm en inhoud zelfs tusschen de mythen van de tijdelijk en plaatselijk meest uiteenliggende volken, te frappant om toevallig te kunnen zijn. Ter verklaring van dit feit sprak A. Bastian (1881) en na hem W. Wundt (1905) van de „Völkeridee”, waarmee bedoeld werd, dat de allen menschen gemeenschappelijke natuurlijke aanleg en voorstellingsvormen tot deze mythologische overeenstemming leidde, een opvatting, die onvoldoende bleek tegenover de tot in onderdeelen gaande overeenkomsten, die met dien menschelijken aanleg of voorstellingsvorm niet te maken hebben. Daartegenover stelde Hugo Winckler de theorie op, die als P. bekend is geworden. De leidende gedachten dezer theorie zijn: Dat de mythologieën van alle volken der aarde niet alleen op tal van punten overeenstemmen, maar ook alle dezelfde grondgedachte uitdrukken, komt daarvan, dat ze alle ontsprongen aan een gemeenschappelijke bron en vandaar uit stroomden naar alle deelen der aarde.

Die bron ligt in Babel. In Babel vinden we de moedermythologie waarvan alle andere ontleeningen of uitstralingen zijn. Nu vond Winckler: 1e dat de Babylon. mythologie in wezen astraal is, 2e dat aan alle mythen over de heele wereld astrale gedachten ten grondslag liggen. Dus levert de Babylon. astraal-theologie den sleutel om alle mythologische sloten te openen, ook al kunnen we niet nagaan langs welke wegen de Babylon. leer haar weg vond naar de plaatselijk en tijdelijk verst verwijderde oorden. Wat den inhoud dezer Babylon. astraalleer betreft, leert Winckler, dat ze teruggaat op de formule: Makrokosmos-mikrokosmos, of wat hetzelfde is: hemelbeeld aardebeeld. Elk gebeuren op aarde (mikrokosmos) is dus ektype van een vroeger gebeuren aan den hemel (makrokosmos), zoodat alle menschelijke weten „geopenbaard” is aan den hemel, d. w. z. in den loop der hemellichamen. Nu tracht Winckler aan te toonen hoe niet alleen alle Oud- en Nieuw Testament. verhalen, maar ook alle mythen van alle volken op aarde oorspronkelijk astraalmythen zijn of ten minste zijn verhaald met astraal-mythologische „motieven”. (Zie verder hierover ASTROLOGIE). — Als voornaamste medestanders van Winckler moeten worden genoemd: A. Jeremias, F. Jeremias, E. Stucken, W. Erbt, E. Peiser, B. Baentsch, I. Benzinger, terwijl vele anderen meer uit de verte volgen, of ook den astraal-mythologischen grondslag der mythen wel aanvaarden, maar niet denken aan Babel als oorsprongland. Onder de tegenstanders van het P. zijn te noemen: F. X. Kugler, F. Boll, F. Wilke, C. Bezoldt, W. Wundt, en van de Oud-Testamentici de Wellhausensche school, en (gematigder) de school van Gunkel, en alle Roomsche en orthodox-Protest. theologen.

< >