Palmvet - (palmolie), in het algemeen het vet uit het endosperm van verschillende palmzaden, b.v. van Astrocaryum-soorten uit Guyana (Awarra, Aouara), verder van den Cocospalm (kopra). Meestal verstaat men er onder het geperste of geëxtraheerde vet uit het vruchtvleesch van den oliepalm (Eleaïs guineensis) van West- en Engelsch Oost-Afrika, een vrij onzuivere vet- of oliesoort van oranjeachtige kleur, onaangenamen smaak en weliswaar niet onaangenamen, maar toch voor de consumptie onmogelijken, viooltjesachtigen geur. Daarom hoofdzakelijk gebezigd voor de vervaardiging van zeep en kaarsen.
Smeltpunt 27—42,5° C., spec. gew. 0,926. Chemisch is het gekenmerkt door een ongewoon hoog gehalte aan vrije vetzuren, dikwijls tot 60%.