Palau-eilanden, - eilandengroep ten W. van de Carolinen, samen ± 450 K.M.2 Zeven grootere en meer dan twintig kleine eilanden, ’t Grootst is Baobeltaob (300 K.M.2). Dit en enkele kleinere zijn van vulkanischen oorsprong, de hoogste top is 600 M. hoog. De overige eilanden zijn opgeheven koraalriffen. Ook de vulkanische eilanden zijn daarmee omgeven; een groot rif omgeeft de geheele Palau-groep.
Slechts de zeven grootere eilanden zijn bewoond (3100 inw.). De bevolking behoort tot het Micronesische ras. Verbouwd worden verschillende vruchten (broodvruchten, bananen, sinaasappelen, citroenen, kokos- en arecapalmen) en taro, verder wat tabak, katoen, suikerriet en peper. De veeteelt levert varkens, geiten en hoenders. Zeer belangrijk is de visscherij. Oorspronkelijk een Spaansche bezitting, werden de P. in 1899 aan Duitschland afgestaan. Gedurende den wereldoorlog zijn zij in Japansch bezit overgegaan.