Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Padang

betekenis & definitie

Padang - 1) afd. der res. Sumatra’s Westkust, met gelijkn. hoofdpl., verdeeld in 3 onderafd.: Padang (zie 2), Mèntawei-eilanden en Batoeeilanden ;

2) onderafd. der onder 1) genoemde afd. tusschen de zee en de Boekit Barisan, verdeeld in 7 distr.: Tanah Tinggi, Batang Harau, Binoeang (deze 3 vormen samen de hoofdpl. P.), Kótó Tangah, Paoeh, Soengkai en V Loerah;
3) hoofdpl. der onder 1 en 2) genoemde afd. en onderafd. en van de res. Sumatra’s Westkust op ± 1° Z.B. aan den mond van de P. of Harau-rivier, met een warm en zeer vochtig (gem. jaarlijksche regenval 4508 m.M.), maar niet ongezond klimaat, zetel van den Resident, den Raad van Justitie, Landraad, Wees- en Boedelkamer, enz.; er is een gemeenteraad en een aantal inrichtingen van onderwijs, w.o. een Mulo-school. Bevolking in 1905 ± 47.000 zielen, w.o. ± 1800 Europ., ± 5000 Chin., ± 1000 Klingaleezen en andere Vr. Oosterl. en ongeveer 200 Arab. De stad heeft tal van lommerrijke wegen en onderscheidt zich van andere Ind. steden door het groote aantal houten huizen op hooge palen (soms tot 2 M.) met hoog dak van sagoe-bladeren, dat tot laag over de muren neervalt; het aantal steenen, met pannen of dakijzer gedekte, huizen neemt steeds toe. Van P. voeren tal van uitstekende wegen naar het achterland; P. is het uitgangspunt van het West-Sumatraspoorwegnet. In de nabijheid van P. vindt men den ± 100 M. hoogen Apenberg; de haven van P. is de Emmahaven in de Koninginnebaai.

< >