Oppenord - (Gilles Marie), geb. 1672 in Parijs, aldaar gest. 1742. Fransch ornamentteekenaar en sierkunstenaar. Leerling van J. Hardouin Mansart. O. is de man van het Rococo, de overgangskunstenaar ten tijde van het Regentschap, wiens lichtere, sierlijke vormen gretig ingang vonden tegenover de strenge klassicistische opvattingen.
Wat tot uitbundigheid en overdrijving zou komen bij Meissonier, bleef bij O. binnen de perken. Hij houdt vast aan het schema der antieke architectuur, doch in zijn decoratie is hij vrij. Zijn kunst staat onder Italiaanschen invloed van Borromini en Pietro da Cortona. Het Berlijnsche Kunstgewerbemuseum bezit een reeks van ontwerpen van zijn hand, uitgegeven door Gabriël Huquier. In de schilderkunst vindt hij zijns gelijke in Watteau ; de beide kunstenaars zijn de dragers van de precieuse Fransche Régence-Rococostijl.
Litt. : Recueil des oeuvres de G. M. Oppenord (Parijs 1888) ; Graul, Das XVIII. Jahrhundert, Decoration und Möbiliar (Handbuch der kgl. Museen) ; P. Jessen, Das Ornament des Rokoko und seine Vorstufen (Leipzig 1894); J. en E. de Goncourt, L’Art du XVIII siècle (Paris 1880—1883). Opgave zijner werken in de Dict. gén. des artistes de l’école française, door B. d. l. Chavignerie en Auvray.