Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Oksel

betekenis & definitie

Oksel, - Axilla, in de anatomie de onder den schouder gelegen holte of groeve, die begrensd wordt door de groote borstspier, de breede rugspier, den bovenarm en de borstkas ; de huid van den o. is sterk behaard en bevat een menigte zweet- en talgkliertjes; de afscheiding dezer kliertjes vormen te zamen het sterk riekende, zuur reageerende okselzweet, dat door zijn gehalte aan ammoniak gekleurde kleedingstukken daar ter plaatse doet verkleuren. Onder de huid der okselholte liggen vele lymphklieren. Door de inwendige okselholte gaan groote zenuwstammen, alsmede de groote armslagader, van den romp naar den arm over.

< >