Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Noordwolde

betekenis & definitie

Noordwolde - 1) O.-lijk deel van de Friesche gem. Hemelumer-Oldefaart-en-N., bevattende de dorpen: Oudega, Nyega, Elahuizen en Kolderwolde.

2) Groot, verspreid dorp in de Friesche gem. Weststellingwerf, 16 K.M. ten Z.O. van Heerenveen, bij de Drentsche grens. Het telt 3500 inw. (met de veenkolonie Frederiksoord), die van landbouw en industrie (mandenwerk en stoelen) leven; rijksrietvlechtschool. Het ligt aan de stoomtram Steenwijk—Oosterwolde.
3) Dorp in de Gron. gem. Bedum, 6 K.M. ten N. van Gron., langs het Boterdiep, met 500 inw.; het vormt één geheel met Zuidwolde. De bevolking doet aan landbouw (op klei). Voorheen stond er de bekende burg Tedema.

< >