Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Noordsche compagnie

betekenis & definitie

Noordsche compagnie - Naam van de compagnie, die in 1614 werd gesticht en ’t monopolie kreeg over de walvischjacht in de streken tusschen Nova Zembla en de fretum Davirdis, waaronder dus ook nog vielen de zeeën om Spitsbergen en Groenland. De Cie. bestond uit 5 kamers te Amsterdam, Delft, Rotterdam, Hoorn en Enkhuizen. In 1617 werden met deze Cie. vereenigd de Cien., die bestonden in Middelburg, Vlissingen en Veere, en in 1622 de kleine Cie. van Delft, die 't octrooi had van de walvischvaart bij ’t Jan Mayeneil., terwijl in 1633 ook de Friesche walvischreederijen in Harlingen en Stavoren er in opgenomen werden. Jaarlijks had er een bijeenkomst plaats van de afgev. der verschillende kamers, die maatregelen troffen omtrent de uitrusting van de schepen in ’t volgende jaar, de prijs van de traan, enz.

Op Spitsbergen had men werkplaatsen en kantoren. Ten einde te zorgen voor bewaking, werden er een aantal menschen gehuisvest. De Cie., die bestaan heeft tot 1642, toen het bedrijf van de walvischvaart vrij werd gegeven, had geheel en al ’t karakter van een kartell.

Litt. : Prof. Kernkamp, Noordsche Cie. (Bijdr. en Stud. Hist. Gen. XIX) ; Mr. S. Muller, Gesch. Noordsche Cie, Een Nederl. Kartell (Soc. Weekbl. 1897).

< >