Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 06-12-2018

Nicolaas beets (overleden 1903)

betekenis & definitie

Nicolaas beets (overleden 1903) - Ned. hoogleeraar en dichter, geb. te Haarlem 13 Sept. 1814, studeerde theologie te Leiden, waar hij tot theol. doctor promoveerde 11 Maart 1839 op een proefschrift Dissertatio de Aeneae Silvii, qui postea Pius papa secundus, morum men tisque mutationis rationibus, werd 1 Oct. 1840 predi kant te Heemstede, 11 Juni 1864 te Utrecht, terwijl hij, tot theol. prof. aldaar benoemd, 16 Maart 1876 zijn ambt als zoodanig aanvaardde met eene oratie, getiteld: Karakter, Karakterschaarschte, Karakter vorming. 26 Maart 1878 hield hij als Rector-Magni ficus eene rede over Groote Mannen en ware grootheid. In Sept. 1884 werd hij emeritus en 13 Maart 1903 overleed hij te Utrecht. Tweemaal, het laatst in 1863, heeft B. eene benoeming ontvangen tot hoogl. aan het theol. seminarie te Stellenbosch (Z.-Afrika); beide malen bedankte hij. Met Doedes en Ch. de la Saussaye richtte hij in 1863 het tijdschrift „Ernst en Vrede” op. — B. was een man, trouw aan de be lijdenis der Ned. Herv.

Kerk in den geest van het réveil zijner dagen, tegen allen formulierdwang, voorstander van vrijheid voor leeraren zoowel als voor leden der kerk, innig vroom, meer gevoelsman dan dogmaticus. — Op wetensch.-theolog. gebied heeft Beets zich echter niet bewogen. Des te meer heeft hij op stichtel. terrein geleverd, hetgeen in zeer nauw verband staat met zijne neiging voor het prak tische Christendom. Bekend zijn o.a. De Kruiswoor den (Haarl. 1843, 6 dr. Utr. 1906); Stichtelijke Uren (9 dln. Haarl., Amst. 1848—84); Paulus, in de ge wichtigste oogenblikken van zijn leven en werkzaam heid voorgesteld (Haart 1863, vaak herdr., in !t Duitsch en Deensch vert.), Lectuur voor het zieken vertrek (Amst. 1879); en verschillende bundels leer redenen. Als dichter van stichtel. poëzie is B. zeer geliefd. In verschillende kerkel. gezangboeken ko men liederen voor van zijne hand, o.a. in den „Ver volgbundel op de Evang. Gezangen” der Ned.

Herv. Kerk: Gez. 193, 201, 224, 229 en 232. — In de ge schiedenis onzer letterkunde neemt B. een bijzondere plaats in. Als student maakte hij een periode door, zijn „zwarten tijd” van machteloos pogen om Byron te vertalen en na te volgen. De voornaamste produc ten ervan zijn José, een Spaansch verhaal (1834), De Maskerade (1835), Guy de Vlaming (1836). Later wordt hij als dichter meer zichzelf en dicht hij aardige liedjes in den volkstoon, b.v. De conducteur, Eet boertje van Heemstede, huiselijke poëzie, b.v. Wan neer de kinderen groot zijn, Herinnering, ook wel geestige puntdichten, terwijl hij de gelegenheidsdich ter bij uitnemendheid van nationale feesten was. Als dichter ontbrak het hem echter aan zelfkritiek. Naast de groote uitgave van de Gedichten bestaat een volksuitgaaf Dichtwerken in 4 dln. (Sijthoff editie). B.’s schrijversroem berust op de Camera Obscura (1839), die hij onder den schuilnaam Hil debrand uitgaf, en waarin hij verschillende stukken uit zijn studententijd vereenigde. Tot 1861 heft B. deze nog steeds vermeerderd en tot het einde van zijn leven zijn zorgen aan dit boek gewijd; de proeven van den 22sten druk liepen, toen hij stierf. In 1916 verscheen de 28ste druk. Door behandeling en stof is de Camera een door-en-door Hollandsch boek, dat geestig de alledaagsche werkelijkheid teekent. Een toelichting gaf B. in een afzonderlijk boek, Na vijftig jaar (1887).

Aardige letterkundige studies gaf B. in Verpoozingen op letterkundig gebied (1866) en Verscheidenheden meest op letterkundig gebied (1869 enz.). De „Verscheidenheden” zijn ver krijgbaar in de Wereld-Bibl. Een kunstcriticus van beteekenis was Beets niet. Een „volledige lijst” van B.’s geschriften vindt men in de uitvoerige bio grafie van P. D. Chantepie de la Saussaye, Het leven van Nicolaas B., 1904. Over de Came ra Obscura schreven: Potgieter in Krit. Stud.

I; Busken Huet (Lit. Fant. II: over Multatuli); J.Dy serinek, Hildebrands Camera Obscura in De Gids, Dec. 1881, in vermeerderden druk afz. verschenen in 1882; C. Scharten, De geheimen der Camera Obscura in De Gids, Sept. 1914 (bij het Hildebrand jubileum). Zie verder A. Brom Jr., Lijst van ge schriften van Nicolaas Beets, 1914 en 1916.

< >