Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Mormonen

betekenis & definitie

Mormonen - of zooals ze zichzelf graag noemen: „de heiligen der laatste dagen” of kortweg „de heiligen”, vormen een religieus-sociale gemeenschap te Salt-Lake-City in Utah, N. Amerika. De stichter, is Jozef Smith, die in 1805 in den staat Vermont geboren, van kindsbeen af in een min of meer geëxalteerde omgeving opgroeide. Hij verklaarde, dat hij op aanwijzing van een engel metalen platen had opgegraven met een geheim schrift, welk schrift hij door middel van een wonderbril ontcijferde en als „Boek van Mormon” uitgaf. Dit „boek” is in verschillende talen (ook in het Nederlandsch) vertaald en bevat een fantastisch en anachronistisch verhaal omtrent twee volksverhuizingen van Azië naar Amerika, vele eeuwen vóór Chr., verder omtrent het optreden van Jezus in Amerika, enz.

In 1830 stichtte Smith een gemeente te Fayette (Staat New-York), terwijl ook in Ohio, Illinois en Missouri gemeenten werden gesticht. Na allerlei vervolgingen kwam de centrale gemeente terecht aan de oevers van de Mississippi in Hancock County (1839), waar ze de stad Nauvoo stichtte, als welker burgerlijk en geestelijk hoofd Smith optrad. Toen zijn vrouw zich over zijn onzedelijk gedrag beklaagde, werd hem de polygamie als goddelijk gebod geopenbaard, welke leer sedert 1852 door den apostel Brigham Young als dogma werd verkondigd. Toen in 1844 Smith werd vermoord, ontstond er scheuring in de gemeente naar aanleiding van de vraag wie opvolger zou zijn. Daar de meerderheid zich voor Young verklaarde, scheidde de familie van Smith zich af en stichtte in 1860 een nieuwe gemeenschap onder den naam „Georganiseerde kerk van de heiligen der laatste dagen”. De gemeente van Young verhuisde naar Iowa, waar „Winter Quarters” werd gesticht, vandaar trok men verder naar Utah waar een stad en een tempel werd gesticht, die nu nog het middelpunt van het Mormonisme zijn. Het Congres van Ver. Staten verbood in 1862 de veelwijverij.

Ondanks den tegenstand der M. werd deze wet in 1882 (Edmunds-wet) en in 1887 (Edmunds-Tucker-wet) verscherpt, en nadat de M. het hoofd in den schoot legden, werd in 1896 Utah in de rij der Ver. Staten opgenomen. Sindsdien behoort de polygamie niet meer tot de verplichte praktijken van het M. De leer der M. is neergelegd in 13 stellingen, waarvan de voornaamste zijn: het geloof in Vader, Zoon en Heiligen Geest; verwerping der erfzondeleer ; de doop aan volwassenen, door onderdompeling ; mededeeling van den H. Geest door handoplegging ; de instelling van apostelen, profeten, herders, leeraars, evangelisten, enz.; de gave der talen, profetieopenbaring, gezondmaking, visioenen, e. d. duren voort; de Bijbel en het boek van Mormon zijn de geopenbaarde heilige boeken; Israël zal in Amerika weer worden vergaderd, en daar ligt ook de plaats van Christus’ wederkomst. Later worden daaraan nog twee stellingen toegevoegd: het werk voor de dooden en het celestiale huwelijk. De eerste gaat uit van 1 Petr. 3 : 18, 21 en I Petr. 4 : 6, en leert, dat zij die hier op aarde het Evangelie niet hebben gehoord of het hebben verworpen, aan gindsche zijde van het graf gelegenheid krijgen om zich te bekeeren. Ook kan men zich op grond van 1 Kor. 15: 29 voor de dooden laten doopen. In de laatste jaren heeft een aanpassing plaats aan het Christian Science en zijn praktijken. — Wat de inrichting der gemeente betreft: aan het hoofd staan drie mannen, een profeet, een ziener en een openbaarder; ze representeeren Petrus, Jakobus en Johannes ; onder hen staan 12 apostelen, die de zaken der kerk in de heele wereld regelen ; dan volgen de patriarchen of evangelisten, aan wie de handoplegging is toevertrouwd. Verder de „zeventigers”, de handlangers der apostelen.

Deze allen behooren tot de z.g.n. „Melchizedekpriesterschap”, d. i. tot een hoogere orde. Tot de lagere orde, de „Aäronpriesterschap” behooren de bisschoppen, staande onder een generaal presiding bishop, verder: priesters, leeraars en diakenen. — Elke eerste Zondag van de maand is een vastendag. De tiende geldt als vrijwillig offer. Het avondmaal wordt gevierd met water in plaats van wijn. Als gezaghebbende boeken gelden, behalve de reeds genoemde : de „Openbaringen” der presidenten (doctrine of Covenant). — De M. zijn als alle jonge sekten, ijverige zendingsmannen. In Nederland werd het zendingswerk begonnen door P. A. Schettler en A. W. van der Woude, in 1861, en later voortgezet door J. L. Smith. Tegenwoordig zetelt de zendingspresident voor Nederland te Rotterdam. — De gemeente der M. telt ongeveer 450.000 zielen, waarvan in Nederland ongeveer 2800. — Litt.: I. van Dellem, Het Mormonisme (1911) ; J. W. Riley, The founder of Mormonism (1903); G. A. Zimmer, Unter den M. (1908) (weinig wetenschappelijk) ; W. A. Linn, The story of the Mormons (1902); Chr. W. Penrose, Het Mormonisme in Kerk en Secte, II; E. Meyer, Ursprung und Geschichte der M. (1912); B. H. Roberts, Mormonisme (zonder jaartal), een propagandabrochure; The philosophical basis of Mormonism (1915); J. E. Talmage, The vitality of Mormonism (1917).

< >