Minneapolis, - grootste stad in Minnesota, Ver. Staten, aan de Mississippi; (1920) 380.000 inw., waaronder bijzonder veel Scandinaviërs. Het heeft sinds de stichting in 1847 St. Paul als concurrent, waarmee het thans geheel vergroeid is.
M. dankt zijn opkomst aan het landbouwdistrict, waarvan het ’t middelpunt is en den 15 M. hoogen St. Anthony waterval, die 50 tot 100.000 P.K. oplevert. De watervallen werden reeds in 1680 door Louis Hennepin aldus benoemd, maar eerst in 1838 werd het dorp St. Anthony gesticht, dat binnen de stad ligt opgesloten. Het eigenlijke M. (van „minne” d. i. het Siouxwoord voor „water” en het Grieksche „polis”), ontstond toen Franklin Steele in 1847 een zaagmolen bouwde.
M. werd de grootste tarwe-markt der aarde. Er zijn niet minder dan 51 elevatoren, die per jaar ruim 30 millioen H.L. tarwe verwerken; het heeft 24 meelfabrieken, waaronder de grootste der aarde; vele houtzaagmolens e. a. industrieën. Ned. consulaat. De staatsuniversiteit, in 1868 opgericht, telt 460 professoren en ± 5000 studenten.