Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Minnesota

betekenis & definitie

Minnesota, - een der staten van de Ver. Staten, ten W. van het Bovenmeer en grenzende aan Canada, 215.910 K.M.2, (in 1920), 2.380.000 inw. Het meerendeels vlak land is bezaaid met meren, waarvan het Red Lake in het N. het voornaamste is. Een weinig ten Z. daarvan ontspringt de Mississippi, die hier reeds door talrijke zijrivieren wordt gevoed, waarvan de Minnesotariver tot de voornaamste behoort.

Oorspronkelijk tot Michigan behoorend, werd M. eerst 1858 als afzonderlijke staat in de Unie opgenomen en ontwikkelde zich tegen het eind der 19e eeuw door den grooten vooruitgang van den landbouw tot een staat van beteekenis. M. telde: in 1880 781.000 inw.; in 1910 2.076.000, waarvan ruim 7000 Negers, 350 Aziaten en 10.400 Indianen. Den laatsten zijn verscheidene Reservations toegewezen. Hoofdstad is St. Paul met 243.000 inw., terwijl de zusterstad Minneapolis 354.000 inw. telt. Het voornaamste middel van bestaan in M. is de landbouw, waarvan de hoofdproducten zijn: mais, tarwe, haver, gerst.

Daarnaast is de veeteelt van beteekenis: runderen, varkens, schapen, waardoor naast een groote productie van wol, reusachtige slachterijen en vleeschpakkerijen ontstonden. Op mijnbouwgebied is M. van belang door den rijkdom aan ijzererts van Mesabi- en Vermillion-heuvels. Ook de groote hoeveelheid waterkracht maakte, dat zich in M. zeer gemakkelijk een belangrijke industrie kon ontwikkelen, voornamelijk textiel- en machine-industrie, benevens groote schoenmakerijen. Minneapolis-St. Paul is het centrum van deze industrie, Duluth de groote meerhaven van den staat.

< >