Mierenleeuw, - Myrmeleo formicaleo, een insect, behoorende tot de Netvleugeligen; grauwzwart, met vlucht van 60—70 m.M.; in ons land vrij zeldzaam. De naam m. slaat eigenlijk op de larve, reeds door Réaumur (Mémoires pour servir à l’histoire des Insectes) en Rösel von Rosenhof (De Natuurlijke Historie der Insecten) uitnemend beschreven. De larve, eigenlijk de mierenleeuw geheeten, graaft een trechtervormige kuil in droog zand en verbergt zich in den bodem van deze, zoodat alleen de kop met de sterke, spitse kaken naar buiten steekt.
Komt er toevallig een insect over den rand van den trechter, dan valt het in de kaken van den m. of het glijdt naar beneden en kan zich dan, daar de wand uit droog zand bestaat, niet meer naar boven werken; terstond begint nu de m. zand op te werpen buiten de kuil, zoodat deze dieper wordt en de wand begint af te rollen, waardoor het slachtoffer naar beneden wordt gevoerd en door den m. gegrepen kan worden, die het uitzuigt en vervolgens de huid buiten de kuil slingert. De imago is een nachtdier. Zie plaat Netvleugelige insecten fig. 5.