Metellus - aanzienlijke Romeinsche familie van het plebelsch geslacht Caecilius. De beroemdste leden daarvan zijn: — 1) Lucius Caecilius Met., grondlegger van de grootheid van het huis, was consul in 251 v. C., versloeg als proconsul in 250 den Carthaagschen veldheer Hasdrubal bij Panormus op Silicië, was 247 ten tweeden male consul en sedert 243 pontifex maximus. — 2) Quintus Met. overwon in 148 v. C. als propraetor Andriscus (Pseudophilippus), die zich in Macedonië tot koning gemaakt had, in twee veldslagen, waarom hij den bijnaam Macedonicus ontving, en versloeg in 146 de Achaeërs, als consul 143 de Celtiberiers in Spanje. — 3) Q. Met. Numidicus, voerde als consul 109 v. C. met geluk den oorlog tegen Iugurtha in Numidie, vw. zijn bijnaam. Door zijn legaat Marius in ’t legerbevel vervangen, vertrok hij 107 naar Rome, waar hij 102 het censorschap bekleedde.
Als hoofd der aristocratische partij werd hij, hoe onbesproken ook van gedrag, door de kuiperijen van zijn bittersten vijand Marius verbannen, doch weldra (99) eervol teruggeroepen. —4) Q. Met. Pius (de vaderlievende), maakte zich als veldheer beroemd in den Bondgenootenkrijg en als een van Sulla’s beste generaals tegen Marius (83) en later als proconsul tegen Sertorius in Spanje (79—72). — 5.) Q. Met. Celer, 66. v. C. legaat van Pompeius in den Mithradatischea oorlog, 63 praetor en 60 consul, kantte zich als warm republikein tegen de akkerwetten van Pompeius en Caesar. — 6) Q. Met. Pius Scipio, zoon van P. Scipio Nasica, aangenomen als zoon door Q. Metellus Pius, was praetor 64 v. C., tribuun 60, consul 52 als ambtgenoot van zijn schoonzoon Pompeius, onder wiens vaandel hij bij Pharsalus streed. Met het kommando in Africa belast, werd hij bij Thapsus (46) verslagen en doodde zichzelven.