Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Merodach-Baladan

betekenis & definitie

Merodach-Baladan - Bijbelsche vorm van den Babylonischen Mardoek-abal-iddin (d. i. Merodach heeft een zoon gegeven), bij Ptolemaeus Mardocempadus, een uit het Chaldeesche land Bit-jâkin afkomstig koning van Babylon van 722—709 v, Chr., komt in de spijkerschriftlitteratuur het eerst voor bij Tiglat-pileser IV, dien hij in 731 in de stad Sapija huldigde. Hij streefde, zooals de meeste Babyloniërs, er naar, de koninklijke heerschappij in Babylon onafhankelijk te behouden, werd echter reeds in 721 wegens een verbond met Elam getuchtigd en moest 710 voor Sargon II, die Babylon veroverd had, de vlucht nemen. Hij is dezelfde M., die volgens Jes. 39 naar koning Hizkia een gezantschap zond, waarsch. in 714, om hem tegen het gezag van Sargon op te zetten; en die, volgens de inscripties van Sanherib, in voortduren den opstand leefde tegen dezen Assyrischen vorst. Een reeks uit zijn regeering gedateerde kleitafeltjes met inscripties zijn te Khorsabad gevonden. — De hiergenoemde M. wordt, ter onderscheiding van een oud-Babylonischen koning M., uit wiens tijd eveneens inscripties bewaard zijn gebleven, gewoonlijk M. II genoemd.

< >