Merceriseeren - de behandeling van katoen met sterke koude natronloog, naar den uitvinder John Mercer (1844). Door het m. zonder meer wordt de katoenvezel korter en sterker, ze zwelt op, wordt doorzichtig, en neemt bovendien veel gemakkelijker kleurstoffen op. Het korter worden doet echter een katoenen weefsel dermate verschrompelen, dat het eigenlijke m. zonder meer weinig toepassing vond. Thomas en Prévost vonden evenwel in 1895, dat het krimpen kan worden voorkomen, door de katoenen draden of weefsels tijdens of direct na het m. strak op te spannen.
Hierdoor eerst is het m. meer algemeen geworden. Men voert deze bewerking hoofdzakelijk uit wegens de daardoor bereikte sterkere glans, welke echter slechts bij langstapelige katoen goed optreedt. De mercerisatie wordt bij voorkeur toegepast in combinatie met de zijde-finish, waarbij aan de katoen door uiterst fijn geribde walsen een zijdeachtige oppervlakte wordt gegeven. Behalve weefsels aan het stuk worden echter ook garens en zelfs spinnerijhalffabrikaten somtijds gemerceriseerd.