Marshalleilanden - gelegen tusschen 4°30' en 15° N.B., 161—173° O.L., bestaande uit de Oostelijke Ratak- en de Westelijke Ralikgroep, ter gezamenlijke grootte van 405 K.M.2, verdeeld over 29 atollen en 2 afzonderlijke eilanden. In 1788 door Marshall en Gilbert ontdekt, voordien echter door Spanjaarden en Engelschen gezien, door Kotzebue en Chamisso voor het eerst bezocht en beschreven. De voornaamste eilanden der Ratakgroep zijn Arno, Majuro en Likieb, terwijl onder die van de Ralikgroep Ebon, Ailinglap en Jaluit dienen te worden genoemd. Op laatstgenoemd eiland vestigde zich in 1876 de Jaluit-Maatschappij, waarna in 1885 de Marshalleilanden onder Duitsch protectoraat kwamen.
Sinds 1914 aan Japan. Het zijn alle typische koraaleilanden, die zich slechts weinig boven het oppervlak der zee verheffen. Het klimaat is matig warm, de gemiddelde jaartemperatuur bedraagt 27° C. ; de regens zijn overvloedig; er valt ongeveer 4 M. regen per jaar, terwijl herhaaldelijk orkanen groote verwoestingen aanrichten. De niet vruchtbare koraalbodem, die slechts weinig boomgroei toelaat, levert pandanus, kokospalmen, broodvruchten en varens. De bevolking, wier aantal op ongeveer 10.000 wordt geschat, die echter als gevolg van epidemische ziekten geleidelijk afneemt, bestaat uit Mikronesiërs, hoewel taal en gebruiken in vele opzichten Melanesisch zijn. De menschen zijn klein van gestalte, hebben bijna sluik haar; hun karakter wordt door sommigen wreed en wraakgierig, door anderen zacht en vriendelijk genoemd. Onbegaafd zijn zij echter geenszins, getuige hun kunstuitingen op velerlei gebied. De vroegere kleeding van prachtig gevlochten pandanusmatte is grootendeels door Europeesch katoen vervangen; slechts bij feesten wordt nog wel een bastrok of kleedmat gebruikt.
Van de sieraden dienen in ’t bijzonder te worden genoemd zeer kostbare en voor de vervaardiging veel tijd vereischende halskettingen van roode schelpplaatjes ; de ooren worden tot het inhangen van sieraden doorboord en op monstrueuse wijze uitgerekt. De vroeger gebruikelijke, zeer fraaie tatoeëering raakt in onbruik. De woningen zijn van eenvoudigen, rechthoekigen vorm, met pandan gedekt; het huis staat op hooge palen en de zolder dient als woonvertrek. Afzonderlijke gebouwtjes worden als keuken en bergplaats voor de booten gebruikt. De scheepvaart is n.l. zeer belangrijk en maakt gebruik van niet gekalefaterde booten met uitleggers in zeer verschillende grootten. Zeer merkwaardig is het gebruik van staafkaarten waarmede de verschillende zeebewegingen (deiningen) en de onderlinge ligging der eilanden worden aangeduid.
Een middel van bestaan levert verder de vangst van vliegende visschen met behulp van fakkels. Op de eilanden heerschen zeer strenge verbodsgebruiken, zoo is het mannen verboden vrouwen aan te spreken; in het familieleven is moederrecht overheerschend. Er bestaat nog demonengeloof, offers bij heilige boomen e.d.g.; in 1857 vertoonden zich Protestantsche (Boston) zendelingen, die sedert vertrokken zijn en door Katholieke missionarissen zijn vervangen. Ongetwijfeld is aan de Europeesche overheersching de thans waarneembare verzachting van zeden toe te schrijven; oorlogen, die vroeger geregeld werden gevoerd en waarbij van met haaientanden bezette wapens werd gebruik gemaakt, behooren tot het verleden. De bevolking wordt ook thans nog verdeeld in vier standen n.l. koningen, voornamen, dorpshoofden en burgers; de eersten zijn tevens priesters en toovenaars.