Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Maistre

betekenis & definitie

Maistre, - 1) Joseph Marie, graaf de M., Fransch staatkundig-wijsgeerig schrijver, 1754—1821, was sedert 1788 Piëmonteesch senator, week echter na het in bezit nemen van Savoye door de Franschen in 1792 uit, keerde later naar het koninkrijk Sardinië terug en werd 1803 gezant te Petersburg. Van hier uit bevorderde hij, na den val van Napoleon I, de clericale reactie te Turijn. Daar hij in nauwe betrekking stond tot de Jezuïeten, moest hij, toen dezen in 1817 uit Rusland verbannen werden, zijn post te Petersburg neerleggen, kwam te Turijn in het kabinet en werd hoofd der grootkanselarij. Onder zijn werken dienen genoemd : Considérations sur la France (1796); Essai sur le principe générateur des constitutions politiques (1810); Du pape (2 dln., 1819); voorts: De l’Eglise gallicane ; Les soirèes de St.-Pétersbourg, en zijn nagelaten Examen de la philosophie de Bacon.

Zijn zoon publiceerde uit zijn nalatenschap nog : Lettres et opuscules inédits, met biographie ; zijn Correspondance diplomatique werd uitgegeven door Blanc, zijn Oeuvres inédites door graaf Ch. de M.; nieuwe uitgaven zijner verschillende werken hadden herhaaldelijk plaats. J. de M. propageert het latere ultramontanisme en behoort tot die Fransche „theologische” school, die reageert tegen de „verlichting” en het materialisme der 18e eeuw en tegen de denkbeelden der revolutie. De absolute heerschappij komt toe aan de kerk en den paus. De rampen der wereld zijn straffen Gods; oorlog, inquisitie, doodstraf zijn middelen van boete en tuchtiging. Met Baco begint de goddelooze zoogenaamde „verlichting”.

< >