Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Maimonides (moses, ben maimun)

betekenis & definitie

Maimonides (Moses, ben Maimun), Joodsche wijsgeer, 1135—1204, geb. te Cordova, ging na de verdrijving der Joden uit Spanje, naar Egypte, waar hij filosofie doceerde en als arts optrad (lijfarts v. Sa adin en diens zoon). Hij is de meest beteekenende en invloedrijkste Joodsche filosoof der M.-eeuwen. Aristoteles is voor hem in alle wereldsche wetenschap de hoogste autoriteit; daarnaast houdt hij vast aan de openbaring des Bijbels, waarvan hij echter de met de Rede strijdende plaatsen allegorisch verklaren wil. Hij ontkent de eeuwigheid der wereld, die door God uit niets geschapen is.

God is onkenbaar, boven alle pracdikaten verheven, maar in ieder geval: onstoffelijk, alwijs en algoed. Gods voorzienigheid verhindert niet de psychol.-ethische vrijheid van den menschelijken wil, wiens ziel substantieel en onsterfelijk is. Het hoogste goed is: kennis, in ’t bijzonder de kennis Gods. In zijn hoofdwerk Leiding der twijfelenden (doctor perplexorum), uit het Arabisch vertaald in het Hebreeuwsch, Latijn (1520), Duitsch en Fransch (1856—1875), wil hij aantoonen, hoe degenen, die door de filosofie het geloof verloren hebben, dit op den weg der wetenschap kunnen terugkrijgen. Vgl. J. Münz, Die Relig. Phil. des M. (1887).

< >