Maancirkel - (cyclus van Meton), In 432 v, Chr, ontdekte de Athener Meton, dat 19 zonnejaren zeer nauwkeurig overeenstemden met 235 lunaties. Rekent men het jaar op 365¼ dagen (Juliaansch jaar) en de lunatie op 29.5306 dagen, dan vindt men voor 19 jaren 6939.75 en voor 235 lunaties 6939.69 dagen; het verschil bedraagt slechts 0.06 d. of 1.5 uur. Meton stelde den cyclus echter op rond 6940 dagen en regelde daarmede den Griekschen kalender.
Behalve in de chronologie speelt de m. een groote rol bij de vaststelling van den datum van het Paaschfeest, die zich volgens de oude kerkelijke voorschriften regelt naar de schijngestalte der maan op 20 Maart. (Zie PAASCHREGEL). Na 19 jaren keert dezelfde schijngestalte weer op denzelfden datum terug; het rangnummer van een jaar in den m. (het Gulden Getal) bepaalt de Epacta, die weer de schijngestalte der maan doet vinden, althans die der genormaliseerde maan, die in de voorschriften der kerk de werkelijke maan vervangt. De m. was waarschijnlijk aan de Babyloniërs bekend, nog vóór Meton, en komt onder den naam Tsjong voor in oude Chineesche kronieken, opklimmende tot 2600 v. Chr.
