Maanblindheid, - een periodieke, inwendige oogontsteking, welke alleen bij het paard wordt waargenomen en waarvan in den regel blindheid het gevolg is. Het lijden begint aan één oog met de gewone verschijnselen van een inwendige oogontsteking, tranenvloed, lichtschuwheid en pijnlijkheid. Na den eersten aanval volgt meestal schijnbaar volkomen herstel, maar later blijven telkens grootere veranderingen in het oog achter. Het lijden gaat echter niet met de maan op en af, zooals men vroeger wel meende. De tusschenpoozen zijn ongelijk van duur.
Later wordt in den regel ook het tweede oog aangetast. De juiste oorzaak van het lijden is niet met zekerheid bekend; waarschijnlijk is een lager organisme in het spel. In de eene streek komt dit lijden veel meer voor dan in de andere. De behandeling geeft niet veel resultaat; men kan ernstige gevolgen en zelfs blindheid niet voorkomen. Zie verder HEMERALOPIE.