Lucknow - (Lakhnô), stad in Britsch-Indië, 260.000 inw. (1911), in de United provinces, vóór 1857 hoofdstad van het koninkrijk Oudh. Zij is gelegen in de Gangesvlakte, aan de bevaarbare zijrivier Goemti, en door een kanaal met de Ganges verbonden. Belangrijk kruispunt van spoorwegen. De stad bestaat uit drie deelen: in het Zuiden, de oude stad, een wirwar van leemen hutten en vuile kromme stegen en sloppen; langs de Goemti, de nieuwe stad, met talrijke paleizen, moskeeën, mauselea, tuinen en parken ; en de wijk der Europeanen.
Tot de voornaamste gebouwen behooren het complex der in Perzisch-Indischen stijl gebouwde oude keizerlijke paleizen, en het door den Franschman Claude Martin in een mengsel van Oostersche en Westersche stijlen gebouwde paleis Constantia. De meeste dezer gebouwen zijn uit de laatste helft der 18e eeuw. De stad wordt beheerscht door een citadel. L. is bekend door de belegering tijdens den opstand van 1857, toen een bezetting van 1100 man zich een half jaar staande hield tegen een leger van 40—50.000 man opstandelingen, tot ze ontzet werd door een leger onder Sir Colin Campbell.