Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lot

betekenis & definitie

Lot - 1) dep. van Frankrijk, groot 5.226 K.M.2 met 206.000 inw. Het grootste gedeelte wordt gevormd door een steenachtig, onvruchtbaar Jura-kalkplateau; een smalle rand in ’t N.O. behoort tot het kristallijne gebergte van het Centraal-Massief en bereikt hier een hoogte van 627 M. In het W. vindt men een vruchtbaar krijtheuvelland. Lot en Dordogne stroomen met diep ingesneden, romantische dalen door het plateaulandschap heen.

De landbouw levert vooral tarwe, maïs, hennep, tabak, vruchten en wijn; de veeteelt schapen en varkens. Hoofdplaats is Cahors.

2) zijrivier van de Garonne, ontspringt op de Montagne du Goulet in het O. van het Centraal-Massief, stroomt in een diep ingesneden, aan natuurschoon rijk dal door het gebergte en het Jura-kalkplateau. Vanaf Villeneuve, van waar zij door het tertiaire randheuvelland van het bekken van Aquitanië gaat, wordt het dal breed en vruchtbaar. Bij Aquillon vereenigt zij zich met de Garonne.

< >