Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lorié

betekenis & definitie

Lorié - (Jan), geoloog, promoveerde te Utrecht, op proefschrift: Bijdrage tot de kennis der Javaansche eruptiefgesteenten (1879); schrijver van talrijke geschriften, bijna uitsluitend handelende over of in betrekking staande tot de geologie van Nederland; een in 1919 samengestelde lijst zijner publicaties telde 137 nummers. ’t Bekendst zijn: Contributions à la géologie des Pays-Bas, I—X (1885—1903); Beschrijving van eenige nieuwe grondboringen, I—IX (1899—1916), de Studies over de Geldersche Vallei enz. In 1911 werd aan L. het doctoraat honoris causa in de technische wetenschappen door den senaat der T. H. te Delft verleend. Het nageslacht zal in L. steeds den man moeten zien en eeren, die na W. C. H. Staring en vóór het optreden van de Rijksopsporing van Delfstoffen (1904) de meest vooraanstaande is geweest van hen, wier onderzoekingen zich uitsluitend of gedeeltelijk over de geologie van den vaderlandschen bodem hebben uitgestrekt.

< >