Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Leyden

betekenis & definitie

Leyden - Lucas van Leyden, geb. 1494, overl. 1533; bekend schilder en plaatsnijder, een vroegrijp talent, dat, naar van Mander mededeelt, reeds op 9-jarigen leeftijd de burijn voerde en op 12-jarigen leeftijd proeven van zijn schilderkunst gaf. Leerling van Cornelis Engebrechtsen. Hij huwde in 1515 met Elisabeth van Boschuyzen, een dochter uit een der eerste geslachten van Leiden. Daardoor kwam hij in goeden doen en wij treffen hem dan ook eenige malen als voornaam man op reis aan.

In 1521 ontmoette hij Dürer in Antwerpen, in 1527 bezocht hij Mabuse te Middelburg en maakte andermaal met hem te zamen een reis door Vlaanderen. In de laatste jaren van zijn leven was hij voortdurend ziek en in 1533 stierf hij, als een verbitterde, argwanende veroordeelde aan de tering. Over het schilderwerk van den kunstenaar is weinig met zekerheid bekend. Zekere schilderijen van hem zijn: Maria met twee engelen, te Berlijn; zelfportret te Brunswijk; het laatste oordeel te Leiden; een preek te Amsterdam; de annunciatie en Maria te München en de genezing van den blinde van Jericho te Petersburg. Op stijlkritische gronden kan men daaraan een reeks van andere schilderijen toevoegen te Berlijn, den Haag, Londen, Petersburg, Weenen en elders. Ook over zijn omvangrijk graveerwerk is men nog niet tot klaarheid gekomen. (Vgl.

R. Kahn, Die Graphik des L. v. Leyden). Zoowel in het een als in het ander vinden wij echter een eigenaardige zelfstandigheid tegenover de in dezen tijd zoo sterke Renaissance-invloeden. Natuurlijk zijn deze ook aan dezen schilder in zijn latere perioden niet voorbijgegaan zonder duidelijke sporen na te laten, maar daarnevens is hier zooveel eigens in den impressionistischen schildertrant, in het zilverig-grijze coloriet en de athmospherische behandeling van het geheel, dat men met recht Lucas van Leyden als den voornaamsten voortzetter der echt-Nederlandsche traditie en den meest genialen voorlooper van de Hollandsche schilders der 17e eeuw kan beschouwen. Voor litteratuur vgl. Wurzbach, Niederl. Künstlerlexikon en N. Beets, Lucas de Leyde (1913).

< >