Leipzig (slag bij), - 18 en 19 Oct. 1813. De door de gevechten van den 16en en den 17en verworven voordeelen van de verbondenen hadden Napoleon genoodzaakt, zijn troepen meer in de nabijheid van de stad samen te trekken, vooral omdat hij tegenover een dubbele overmacht stond. Zijn rechtervleugel was nabij Lössnig aan de Pleisse aangeleund; vandaar liep het front over Probstheida, Holzhausen, Melkau, Stüntz, Sellerhausen naar Schönefeld aan de Parthe, vervolgens langs de beek naar Leipzig. In het Noorden was Blücher door de inneming van de dorpen Gohlis en Eutritz tot aan de poorten van Leipzig opgerukt.
De oude garde stond bij Stötteritz. De strijd ontspon zich eerst om Dölitz en Lössnig, die ondanks het verwoede gevecht in handen der Oostenrijkers en Russen bleven. Daarna ontbrandde ’s middags de vreeselijke strijd om Probstheida, dat Napoleon krachtig had doen versterken en dat hardnekkig verdedigd werd; het geheele korps Victor was daar samengetrokken. Het bleef tot ’s avonds in handen der Franschen; hun offensiefstooten werden echter afgewezen. Een andere colonne greep de dorpen op den rechtervleugel tot aan de Parthe aan. Hier werden de dorpen Zuckelhausen, Baalsdorf, Holzhausen en Paunsdorf genomen. (Hierbij werden de Saksers den Franschen afvallig). Rechts daarvan grepen de korpsen Bülow en Langeron, tegen de bedoeling van hun weifelachtigen commandant, den kroonprins van Zweden, in het gevecht in, nadat zij de Parthe overgestoken waren. Later werden ook Stüntz en Melkau bestormd.
Bij Volkmarsdorf gelukte het den Franschen stand te houden. Schönfeld werd na bloedigen strijd in den laten avond genomen. In het Noorden viel Sacken Leipzig (Pfaffendorf) aan. Blücher zond het Yorksche korps, dat ter plaatse geen aanvalsruimte had, naar het Westen om de terugtochtslijn van de Franschen te bedreigen. Napoleon had echter reeds Lindenau, het belangrijkste bruggehoofd bezet. Slechts de stelling bij Stötteritz, in welker nabijheid Napoleon alle troepen concentreerde, had hij weten te behouden; bij het vallen van de duisternis zag hij overal zijn troepen wijken.
In den nacht begon de terugtocht. Den 19en November werd Leipzig bestormd. Door het te vroegtijdig springen van de brug over de Elster werden vele Fransche troepen afgesneden. De hoofdmacht der Franschen trok terug naar het Westen.
