Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Lares

betekenis & definitie

Lares - (Lat.), oorspr. landelijke goden, schutsgeesten der akkers, vereerd aan de kruiswegen en op punten, waar verscheidene landerijen aan elkaar grensden: daar had jaarlijks in ’t begin van Januari het volksfeest, Compitalia, Laralia, plaats, waarbij vooral de slaven groote vrijheid genoten. Aan den huislijken haard werden aan een Lar familiaris als huisgod en schutsgeest der familie allerlei offers gebracht op de Kalendae, Nonae, Idus en bij alle gewichtige gebeurtenissen in het gezin. Aan de als locale godheden werd ook het welzijn der reizigers toegeschreven, vandaar L. viales, permarini, militares.

Verder had het Rom. domein zijn Lares, die in het lied der fratres Arvales werden aangeroepen, de L. praestites (publici), wier altaar, de aedes Larum, op de hoogte der Sacra Via stond. Later werd onder de L. compitales, toen L. augusti geheeten, de genius des keizers vereerd en deze dienst verbreidde zich over Italië en de provinciën. Toen werden in het huisgezin ook dubbele Lares vereerd, waaronder de genius van den pater familias.

< >