Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Laplace (pierre simon)

betekenis & definitie

Laplace (pierre simon) - beroemd Fransch wis- en sterrekundige, geb. 1749 te Beaumont-en-Auge in Normandië; was eerst Ieeraar in de wisk. aan de militaire school aldaar, werd in 1784 tot professor aan de Ecole normale te Parijs benoemd. Later lid van het Institut en van het in 1795 opgerichte Bureau des Longitudes. Napoleon benoemde hem (1799) tot Minister van Binnenl. Zaken; hij moest de portefeuille echter na eenige weken alweer afstaan.

Vervolgens werd L. lid, later (1803) vice-president en kanselier van den Sénat conservateur; in 1804 werd hij tot graaf verheven. In 1814 stemde hij voor Napoleon’s afzetting en voor het herstel der Bourbons. Lodewijk XVIII verhief hem tot Pair van Frankrijk en in 1817 tot markies. Zijn laatste levensjaren sleet hij op zijn landgoed te Arcueil. Hij overleed in 1827 te Parijs. L. is een der geniaalste wis- en sterrekundigen van alle tijden; zijn schitterende ontdekkingen op het gebied der Theoretische Sterrek. deed hij in de jaren 1770—1790. Zij werden voornamelijk in de Mémoires der Ac. des Sciences gepubliceerd, maar later verwerkt tot het klassieke werk Traité de Mécanique Céleste (5 dln., Parijs 1799—1826), waarin eigenlijk alle problemen der Theor. Sterrek. analytisch worden onderzocht en grootendeels opgelost.

Een min of meer populaire bewerking gaf L. in het nauwelijks minder beroemde werk Exposition du Système du Monde (2 dln., Parijs 1796; 6e druk 1835), waarin hij ook de vermaarde nevelhypothese uiteenzet, die, trouwens in anderen vorm, 40 jaren vroeger al door Kant was gegeven. Een der meest bekende resultaten van L.’s onderzoekingen is de ontdekking der onveranderlijkheid van de middelbare beweging der planeten, waardoor althans voor afzienbaren tijd de stabiliteit van het zonnestelsel gewaarborgd wordt. Verder de versnelling der gemiddelde maansbeweging, die langen tijd oen puzzle voor alle theoretici is geweest, en die ook thans nog niet volledig is opgehelderd. Eindelijk het beroemde probleem van de wederzijdsche seculaire storingen der groote planeten (en ook der wachters van Jupiter). — De Wiskunde dankt aan L. de ontwikkeling van de leer der Bolfunctiën (die intusschen iets vroeger ook al door Legendre waren onderzocht), der Potentiaal- en der Waarschijnlijkheidsrekening. Beroemd is het groote werk Théorie analytique des probabilités (Parijs 1812; 3e druk 1820) en het beknopte, maar niet minder moeilijke Essai philosophique sur les probabilités (Parijs 1814; 6e dr. 1840). Laplace’s Oeuvres complètes zijn tweemaal uitgegeven, van staatswege in 7 deelen (Parijs 1843—48) en door de familie in 13 deelen (Parijs 1878—1904).

< >