Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Laelius

betekenis & definitie

Laelius - 1) (Gaius), boezemvriend van Scipio Africanus Maior, dien hij in zijn meeste veldtochten in Spanje, Afrika en op Sicilië roemrijk ter zijde stond, consul 190 v. C., door ontwikkeling en welsprekendheid uitblinkend.

2) (Gaius), bijgenaamd „Sapiens”, de wijze, zoon des vorigen, boezemvriend van Scipio Africanus Minor, consul 140 v. C., beroemd door zijn liefde voor kunst en wetenschap, in ’t bijzonder voor welsprekendheid en philosophie, en door zijn schrander staatsbeleid en krijgstalent. Cicero droeg aan hem zijn werkje „over de vriendschap” (De Amicitia) op en voert hem ook elders (De Senectute en De Republica) als spreker in.

< >