Kruiperwten - noemen de groentenkweekers die doperwten en peulen, welke slechts een geringe grootte verkrijgen. Meestal bereikt de volwassen plant geen meerdere hoogte dan 1 a voet. Het gebruik van rijs, om de planten staande te houden, zooals bij andere erwten noodzakelijk is, kan daarom hier geheel worden gemist. In tijden, waarin het rijshout hoog in prijs is, is dit een belangrijk voordeel.
Bovendien zijn k. vroeger dan de andere soorten, doordat de plant vroeeer volwassen is en daardoor ook eerder bloeit en vrucht zet. Tegenover deze voordeelen staat echter het bezwaar, dat de totale vruchtopbrengst kleiner is dan bij de halfhooge en hooge erwtensoorten. Op groote schaal teelt men de k. in ons land alleen in Zuid-Limburg en in de omstreken van Venlo, waar de soorten Wonder van Amerika en Venlosche vroege door de meeste telers worden geprefereerd. In Venlo vormt de k. een tusschen- en voorteelt van de augurk.