Kroonbetrapping

betekenis & definitie

Kroonbetrapping. - Vooral ’s winters als de paarden op winterbeslag loopen en scherpe kalkoenen aan de ijzers hebben komt het meermalen voor, dat met de scherpe kalkoenen verwondingen worden aangebracht, juist aan den bovenkant van den hoef, meestal in het toongedeelte. Zulk een k. kan ernstige gevolgen hebben, enkele malen kunnen strekpees of gewricht geraakt zijn; meer komt het voor, dat veranderingen in de zoom- en kroonlederhuid het gevolg zijn, waardoor weer hoornscheur, hoornzuil of een ruw afgroeiende hoornwand kunnen optreden. Bij het afgroeien ontstaat steeds een hoornkloof. — Ter voorkoming van k. beschermt men de kroon bij paarden, die nogal eens de gewoonte hebben den eenen hoef op den ander te plaatsen, of die jeukerig aan de beenen zijn, wel door een zoolleeren kap aan de kroon te gespen, zoolang de paarden op stal staan.