Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Krimoorlog

betekenis & definitie

Krimoorlog. - Omstreeks 1850 deed Rusland aan Engeland voorstellen tot gemeenschappelijke regeling van de Oostersche kwestie in dien zin, dat een eind gemaakt moest worden aan het bestaan van het Turksche rijk in Europa, waarbij een voorloopige bezetting van het Balkanschiereiland door Rusland onvermijdelijk zou zijn. Engeland zou schadevergoeding krijgen in Egypte en Kreta. Bij deze aangelegenheid voegde zich nog het drijven van Napoleon, toen nog President van Frankrijk, die, door zich in de Oostersche kwestie te mengen en de bescherming van de RoomschKatholieken in het Turksche rijk op zich te nemen, zijn niet geheel hechte positie in Frankrijk hoopte te versterken. Van Russische zijde kwam czaar Nicolaas voor de belangen van de Grieksch-Katholieken op.

Sultan Abdoel Medjed was in deze aangelegenheid niet doortastend genoeg. Gerugsteund door Engeland en Frankrijk, waagde hij ten slotte Rusland een weigerend antwoord te geven, waardoor in het najaar van 1853 de oorlog tusschen Turkije en Rusland uitbrak. Frankrijk en Engeland zonden hunne vloten naar de Bosporus. Toen kort daarna de Turksche vloot onder Osman Pascha bij Sinope door de Russische onder Nachimow geslagen werd, verklaarden ook Engeland en Frankrijk den oorlog aan Rusland (Maart 1854). Onverwachts traden toen nog andere mogendheden op het tooneel. Oostenrijk sloot zich bij de vijanden van Rusland aan en waarborgde bij verdrag de Turksche monarchie en de Donau-vorstendommen tegen de plannen van Rusland. Ook Pruisen onderteekende deze overeenkomst, ofschoon met eenig voorbehoud. De bondgenooten vertrouwden echter elkander geenszins.

Daarom werd tegen Oostenrijk, wiens bedoelingen omtrent de Donau-vorstendommen men verdacht vond, Sardinië, dat zich mede aansloot en de erfvijand van eerstgenoemd land was, uitgespeeld. Aanvankelijk was de oorlog voor de bondgenooten niet voorspoedig. Het denkbeeld van een aanval op de Oostzeekust en de verwekking van een opstand in Polen bleek onuitvoerbaar, omdat Rusland daar uitgebreide voorzorgsmaatregelen getroffen had. De eenige kwetsbare plaats was de Krim. Daarheen werden de Engelsch-Fransche (later ook de Sardinische) vloten en -legers gedirigeerd. De Russen waren hier op een aanval niet bedacht, zoodat een landing niet belet kon worden.

Daarop volgden de slag bij Alma en de slagen bij Balaclava en Inkerman, die, hoewel de Russen geslagen werden, ook hun vijanden groote verliezen berokkenden. De belegering van Sebastopol, 9 Oct ’54 begonnen, was eveneens verre van fortuinlijk. Bovendien leed het Engelsche leger vele verliezen door cholera. 27 Oct. ’55 viel Sebastopol na bestorming, waarmede aan de vijandelijkheden een einde kwam. 1856 kwam te Parijs de vrede tot stand. Het Turksche rijk werd in den ouden toestand gehandhaafd, door de mogendheden gewaarborgd. De Donauvaart werd vrij verklaard ; de Zwarte Zee onzijdig en gesloten voor alle groote oorlogsschepen. De Donauvorstendommen, Moldavië en Wallachije werden zoo goed als onafhankelijk.

< >